- Het begrotingstekort van Nederland dreigt de komende jaren verder op te lopen, stelt het Centraal Planbureau.
- De lastenverlichting die de nieuwe coalitie belooft, draagt daaraan bij.
- De economische groei trekt in 2025 verder aan, maar de inflatie blijft ook hardnekkig hoog.
- Lees ook: Werkloosheid blijft relatief laag op 3,6% in juli – iets minder WW-uitkeringen
De groei van de Nederlandse economie trekt komend jaar weer wat aan, maar de inflatie blijft nog relatief hoog. Tegelijk krijgt het kabinet-Schoof zonder extra ingrepen volgend jaar te maken met een begrotingstekort van 2,6 procent.
Dat blijkt uit de vrijdag gepubliceerde nieuwe raming voor de economie van het Centraal Planbureau (CPB)
Het begrotingstekort dreigt niet alleen “aanzienlijk hoger” uit te vallen, maar komt het ook “dicht tegen de afgesproken vangrail” van 3 procent van het bruto binnenlands product. Dat is de norm voor het maximale begrotingstekort die binnen de Europese Unie is afgesproken.
“Daarmee bestaat de kans dat bij toekomstige tegenvallers noodgedwongen plotseling bezuinigd moet worden”, aldus het Centraal Planbureau (CPB). Het tekort groeit in 2024 al naar 2,2 procent, raamt het CPB
De verwachting was al dat het tekort zou oplopen. Dit heeft gevolgen voor het kabinet, dat woensdag officieel begint aan onderhandelingen over de begroting van volgend jaar. Verantwoordelijk minister van Financiën Eelco Heinen sprak al van een "zure boodschap".
Volgens Europese afspraken mag het tekort niet boven de 3 procent van het nationaal inkomen komen. Het kabinet heeft zelf ook afgesproken dat er wordt ingegrepen als het tekort richting de 3 procent gaat. Als eerste wordt gekeken naar bezuinigingen.
Lastenverlichting van coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB zorgt voor hoger begrotingstekort
De lastenverlichting die PVV, VVD, NSC en BBB voorstellen in het coalitieakkoord draagt bij aan het groeiende tekort. Daarnaast spelen uitgaven van eerdere kabinetten, de vergrijzing en hogere rentes onder meer een rol. Het lukt ministeries ook weer wat beter om geplande uitgaven daadwerkelijk te doen. Veel geld bleef aanvankelijk nog op de plank liggen van departementen, een gevolg van onder meer het tekort aan arbeidskrachten.
Hoewel de staatsschuld nu laag is, zal ook die groeien. Dat stijgende pad zal "op enig moment moeten worden bijgebogen", aldus het CPB in de zogenoemde Concept Macro Economische Verkenning.
De schuld kan in 2038 zelfs uitkomen op 70 procent van het nationaal inkomen, flink hoger dan de afgesproken grens van 60 procent "die ook in de nieuwe Europese begrotingsregels een vereiste blijft".
Bepaalde zorg- en klimaatkosten zijn in deze voorspelling niet eens meegenomen, benadrukt het planbureau. "Hoewel de staatsschuld niet snel op een zorgwekkend niveau belandt, laat dit wel zien dat met het huidige beleid financiële lasten naar toekomstige generaties worden geschoven."
Vooral voor de VVD, ook de partij van Heinen, zullen de cijfers reden zijn tot actie. Voor die partij zijn gezonde overheidsfinanciën een speerpunt. De vrees is dat latere kabinetten extra pijnlijke ingrepen moeten doen om het huishoudboekje van de overheid weer op orde te brengen als het tekort te ver oploopt.
Suggestie CPB: stel lastenverlaging uit
Om te voorkomen dat het begrotingstekort te snel oploopt, zou het kabinet kunnen overwegen om maatregelen die de lasten van burgers verlagen wat later in te voeren, suggereert CPB-directeur Pieter Hasekamp. Het gaat "verrassend goed" met de economie, stelt hij naar aanleiding van de jongste raming van het planbureau. "Dus is dit dan het moment om extra lastenverlichting te geven?"
Hasekamp pleit niet voor "plotse ingrepen" in de vorm van harde bezuinigingen. Bijsturen is op dit moment wel verstandig, volgens de CPB-voorman.
Zo staan er flink wat lastenverlichtingen gepland voor volgend jaar, onder meer doordat het kabinet de accijnzen op brandstof nog eens een jaar verlaagt. "Dit kabinet doet eerst het zoet en dan het zuur. Dat zou je iets kunnen spreiden." Op die manier blijft ook het huishoudboekje van de overheid beter op orde, verwacht Hasekamp. Dat is bovendien een maatregel waar het kabinet "zelf vrij makkelijk op kan sturen".
Het is nog maar de vraag of het kabinet, dat zich snel zal willen bewijzen, hiernaar luistert, erkent Hasekamp. Mocht het kabinet-Schoof toch aansturen op bezuinigingen, dan roept het CPB op om dit "toekomstgericht, geleidelijk of liefst in relatie tot hervormingen te doen".
Minister van Financiën Eelco Heinen vindt het positief dat het CPB geen nieuwe tegenvallers voorziet, maar kan ook "niet te enthousiast" zijn over de vrijdagmiddag gepresenteerde economische cijfers.
Aan de hand van de berekeningen van het CPB stelt het kabinet in aanloop naar Prinsjesdag de begroting op voor 2025. Dat is "altijd een puzzel", zegt de minister van Financiën.
Hij is van plan om eerst in het kabinet te bespreken wat de gevolgen van de cijfers zijn. De gesprekken gaan ongetwijfeld ook over eerder voorziene tegenvallers, die samen tot in de miljarden optellen. Zo moet het kabinet geld terugbetalen aan beleggers na rechterlijke uitspraken over Box 3, is de verkoop van het Duitse deel van het staatsbedrijf TenneT mislukt en krijgen gedupeerde ouders in het toeslagenschandaal meer compensatie.
Bezuinigen is "geen doel op zichzelf", zegt Heinen. "En als je het kan voorkomen, moet je er natuurlijk altijd op inzetten".
Economische groei trekt aan, maar inflatie blijft hoog
Voor de economische groei verwacht het Planbureau dit jaar een bescheiden plus van 0,6 procent en volgend jaar een wat sterkere groei van 1,6 procent. De Nederlandse economie kan hiermee dus voorzichtig verder herstellen.
Tegelijk blijft ook de inflatie relatief hoog. Voor 2024 en 2025 rekent het CPB op een gemiddelde stijging van de prijzen van goederen en diensten met respectievelijk 3,4 procent en 3,2 procent. Dat is nog altijd fors boven een reguliere inflatie van rond de 2 procent.
De aanhoudend hoge inflatie heeft mede te maken met de inhaalslag die lonen maken, na de inflatiepiek van 2022. Voor dit jaar rekent het CPB op een gemiddelde stijging van cao-lonen met 6,6 procent. In 2025 zakt dat iets terug naar een gemiddelde toename van cao-lonen met 4,3 procent.
Koopkracht stijgt in 2024 sterker dan in 2025
Huishoudens houden weer wat meer over om uit te geven, aldus Planbureau in een raming over de economie. De koopkracht groeit dit jaar met 2,5 procent en volgend jaar met 1,1 procent. "In 2025 is de koopkracht voor het doorsnee huishouden weer boven het niveau van 2021, toen de inflatiegolf begon."
Als er geen rekening wordt gehouden met persoonlijke gebeurtenissen, zoals een scheiding of het verlies van een baan, gaan de meeste groepen er gemiddeld wat op vooruit. Dit jaar profiteren vooral de midden- en hogere inkomens, voor 2025 is een wat grotere plus voorzien voor de laagste inkomens.
Dat de koopkracht toeneemt, heeft te maken met de hogere lonen en de lagere lasten. "De koopkracht in 2025 is duidelijk hoger dan bij de vorige raming als gevolg van de lastenverlichting uit het hoofdlijnenakkoord", aldus het CPB. Die maatregelen zorgen er tegelijkertijd voor dat het begrotingstekort oploopt.
Het aantal mensen dat in armoede leeft, daalt naar 4,1 procent. In 2024 leeft 4,5 procent van de mensen in armoede, het jaar ervoor was het 4,6 procent. Na volgend jaar loopt dit aandeel ook weer wat op.